toeschrijven

Dutch

Etymology

From toe (towards) + schrijven (to write).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈtuˌsxrɛi̯.və(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: toe‧schrij‧ven

Verb

toeschrijven

  1. (transitive with aan) to ascribe, attribute, chalk up to
    Ik schrijf de huidige stijging van de werkloosheid aan de onbekwaamheid van de gemeenteraad toe.
    I attribute the current increase in unemployment to the incompetence of the city council.
    In hoeverre kunnen we God persoonlijkheid toeschrijven?
    To what extent can we ascribe personality to God?

Inflection

Inflection of toeschrijven (strong class 1, separable)
infinitive toeschrijven
past singular schreef toe
past participle toegeschreven
infinitive toeschrijven
gerund toeschrijven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular schrijf toeschreef toetoeschrijftoeschreef
2nd person sing. (jij) schrijft toeschreef toetoeschrijfttoeschreef
2nd person sing. (u) schrijft toeschreef toetoeschrijfttoeschreef
2nd person sing. (gij) schrijft toeschreeft toetoeschrijfttoeschreeft
3rd person singular schrijft toeschreef toetoeschrijfttoeschreef
plural schrijven toeschreven toetoeschrijventoeschreven
subjunctive sing.1 schrijve toeschreve toetoeschrijvetoeschreve
subjunctive plur.1 schrijven toeschreven toetoeschrijventoeschreven
imperative sing. schrijf toe
imperative plur.1 schrijft toe
participles toeschrijvendtoegeschreven
1) Archaic.

See also

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.