overeenkomen

Dutch

Etymology

From overeen + komen.

Pronunciation

  • (file)

Verb

overeenkomen

  1. to agree
    We kunnen elkaar ontmoeten en proberen een oplossing te vinden waar we allemaal mee overeenkomen
    We can meet and try to find a solution that we all agree on.
  2. (~ met) to correspond to
    De resultaten van het experiment komen overeen met de voorspellingen van de theorie.
    The results of the experiment correspond to the predictions of the theory.

Inflection

Inflection of overeenkomen (strong class 4, irregular, separable)
infinitive overeenkomen
past singular kwam overeen
past participle overeengekomen
infinitive overeenkomen
gerund overeenkomen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular kom overeenkwam overeenovereenkomovereenkwam
2nd person sing. (jij) komt overeenkwam overeenovereenkomtovereenkwam
2nd person sing. (u) komt overeenkwam overeenovereenkomtovereenkwam
2nd person sing. (gij) komt overeenkwaamt overeenovereenkomtovereenkwaamt
3rd person singular komt overeenkwam overeenovereenkomtovereenkwam
plural komen overeenkwamen overeenovereenkomenovereenkwamen
subjunctive sing.1 kome overeenkwame overeenovereenkomeovereenkwame
subjunctive plur.1 komen overeenkwamen overeenovereenkomenovereenkwamen
imperative sing. kom overeen
imperative plur.1 komt overeen
participles overeenkomendovereengekomen
1) Archaic.

Descendants

  • Negerhollands: kom overeen

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.