mogelijk

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈmoː.ɣə.lək/
  • (file)
  • Hyphenation: mo‧ge‧lijk
  • Rhymes: -oːɣələk

Etymology 1

From Middle Dutch mogelijc. Equivalent to mogen + -lijk.

Adjective

mogelijk (not comparable)

  1. possible
    Antonym: onmogelijk
  2. zo snel mogelijkas soon as possible
    • 2021, Huber M., van den Brekel-Dijkstra K., Jung H.P., “Inleiding”, in Handboek Positieve Gezondheid in de huisartspraktijk, →DOI:
      De anderhalvemetereconomie zorgt ervoor dat huisartsen- en ziekenhuiszorg zo georganiseerd moeten worden dat patiënten, letterlijk en figuurlijk, waar dat kan zo veel mogelijk ob afstand worden gehouden tot er een vaccin gevonden is en dat breed wordt toegepast.
      The one-and-a-half-meter economy means that general practitioners and hospitals must be organized so that, literally and figuratively, patients are distanced as much as possible until a vaccine is available and has been widely distributed.
Inflection
Inflection of mogelijk
uninflected mogelijk
inflected mogelijke
comparative
positive
predicative/adverbial mogelijk
indefinite m./f. sing. mogelijke
n. sing. mogelijk
plural mogelijke
definite mogelijke
partitive mogelijks
Derived terms
Descendants
  • Negerhollands: mogelik, mooglik, mooglig
  • Afrikaans: moontlik

Etymology 2

From Middle Dutch mogelike. Equivalent to mogen + -lijk.

Adverb

mogelijk

  1. possibly
Antonyms
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.