koelbloedig

Dutch

Etymology

Compound of koel + bloed + -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌkulˈblu.dəx/
  • (file)
  • Hyphenation: koel‧bloe‧dig

Adjective

koelbloedig (comparative koelbloediger, superlative koelbloedigst)

  1. calm, equanimous
    Synonym: koudbloedig
  2. cold-blooded, unemotioned
    Synonym: koudbloedig

Inflection

Inflection of koelbloedig
uninflected koelbloedig
inflected koelbloedige
comparative koelbloediger
positive comparative superlative
predicative/adverbial koelbloedigkoelbloedigerhet koelbloedigst
het koelbloedigste
indefinite m./f. sing. koelbloedigekoelbloedigerekoelbloedigste
n. sing. koelbloedigkoelbloedigerkoelbloedigste
plural koelbloedigekoelbloedigerekoelbloedigste
definite koelbloedigekoelbloedigerekoelbloedigste
partitive koelbloedigskoelbloedigers

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.