verkrijgen

Dutch

Etymology

ver- + krijgen

Pronunciation

  • (file)
  • Rhymes: -ɛi̯ɣən

Verb

verkrijgen

  1. to obtain, gain, get

Inflection

Inflection of verkrijgen (strong class 1, prefixed)
infinitive verkrijgen
past singular verkreeg
past participle verkregen
infinitive verkrijgen
gerund verkrijgen n
present tense past tense
1st person singular verkrijgverkreeg
2nd person sing. (jij) verkrijgtverkreeg
2nd person sing. (u) verkrijgtverkreeg
2nd person sing. (gij) verkrijgtverkreegt
3rd person singular verkrijgtverkreeg
plural verkrijgenverkregen
subjunctive sing.1 verkrijgeverkrege
subjunctive plur.1 verkrijgenverkregen
imperative sing. verkrijg
imperative plur.1 verkrijgt
participles verkrijgendverkregen
1) Archaic.

Derived terms

Descendants

  • Afrikaans: verkry
  • Negerhollands: verkrygen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.