veranderen
Dutch
Etymology
From Middle Dutch veranderen. Equivalent to ander (“other”) + ver- -en.
Pronunciation
- IPA(key): /vəˈrɑndərə(n)/, /vərˈɑn.də.rə(n)/, /vɛrˈɑn.də.rə(n)/
audio (file) - Hyphenation: ver‧an‧de‧ren
Verb
veranderen
- (ergative) to change
- Het weer kan snel veranderen in de herfst.
- The weather can change quickly in the autumn.
- Ze besloot haar carrière te veranderen en een ander beroep te kiezen.
- She decided to change her career and choose a different profession.
- De kunstenaar heeft de compositie van het schilderij veranderd voordat hij het tentoonstelde.
- The artist changed the composition of the painting before exhibiting it.
Inflection
Synonyms
Derived terms
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.