uitgegroeid

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

uitgegroeid

  1. past participle of uitgroeien

Declension

Inflection of uitgegroeid
uninflected uitgegroeid
inflected uitgegroeide
positive
predicative/adverbial uitgegroeid
indefinite m./f. sing. uitgegroeide
n. sing. uitgegroeid
plural uitgegroeide
definite uitgegroeide
partitive uitgegroeids
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.