toelichten

Dutch

Etymology

From toe (towards) + licht (light) + -en.

Pronunciation

  • (file)

Verb

toelichten

  1. to shed light upon, explain

Inflection

Inflection of toelichten (weak, separable)
infinitive toelichten
past singular lichtte toe
past participle toegelicht
infinitive toelichten
gerund toelichten n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular licht toelichtte toetoelichttoelichtte
2nd person sing. (jij) licht toelichtte toetoelichttoelichtte
2nd person sing. (u) licht toelichtte toetoelichttoelichtte
2nd person sing. (gij) licht toelichtte toetoelichttoelichtte
3rd person singular licht toelichtte toetoelichttoelichtte
plural lichten toelichtten toetoelichtentoelichtten
subjunctive sing.1 lichte toelichtte toetoelichtetoelichtte
subjunctive plur.1 lichten toelichtten toetoelichtentoelichtten
imperative sing. licht toe
imperative plur.1 licht toe
participles toelichtendtoegelicht
1) Archaic.

Synonyms

Derived terms

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.