tegenstrijdig

Dutch

Etymology

From tegenstrijd + -ig.

Pronunciation

  • (file)
  • Hyphenation: te‧gen‧strij‧dig

Adjective

tegenstrijdig (comparative tegenstrijdiger, superlative tegenstrijdigst)

  1. contradictory
    Synonyms: contradictoir, contradictorisch

Inflection

Inflection of tegenstrijdig
uninflected tegenstrijdig
inflected tegenstrijdige
comparative tegenstrijdiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial tegenstrijdigtegenstrijdigerhet tegenstrijdigst
het tegenstrijdigste
indefinite m./f. sing. tegenstrijdigetegenstrijdigeretegenstrijdigste
n. sing. tegenstrijdigtegenstrijdigertegenstrijdigste
plural tegenstrijdigetegenstrijdigeretegenstrijdigste
definite tegenstrijdigetegenstrijdigeretegenstrijdigste
partitive tegenstrijdigstegenstrijdigers

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.