optiefen

Dutch

Etymology

op + tiefen.

Pronunciation

  • (file)

Verb

optiefen

  1. Alternative spelling of optyfen

Inflection

Inflection of optiefen (weak, separable)
infinitive optiefen
past singular tiefte op
past participle opgetieft
infinitive optiefen
gerund optiefen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular tief optiefte opoptiefoptiefte
2nd person sing. (jij) tieft optiefte opoptieftoptiefte
2nd person sing. (u) tieft optiefte opoptieftoptiefte
2nd person sing. (gij) tieft optiefte opoptieftoptiefte
3rd person singular tieft optiefte opoptieftoptiefte
plural tiefen optieften opoptiefenoptieften
subjunctive sing.1 tiefe optiefte opoptiefeoptiefte
subjunctive plur.1 tiefen optieften opoptiefenoptieften
imperative sing. tief op
imperative plur.1 tieft op
participles optiefendopgetieft
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.