ondoordacht

Dutch

Etymology

From on- + doordacht.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.doːrˈdɑxt/
  • (file)
  • Hyphenation: on‧door‧dacht
  • Rhymes: -ɑxt

Adjective

ondoordacht (comparative ondoordachter, superlative ondoordachtst)

  1. thoughtless, rash, not thought through

Inflection

Inflection of ondoordacht
uninflected ondoordacht
inflected ondoordachte
comparative ondoordachter
positive comparative superlative
predicative/adverbial ondoordachtondoordachterhet ondoordachtst
het ondoordachtste
indefinite m./f. sing. ondoordachteondoordachtereondoordachtste
n. sing. ondoordachtondoordachterondoordachtste
plural ondoordachteondoordachtereondoordachtste
definite ondoordachteondoordachtereondoordachtste
partitive ondoordachtsondoordachters
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.