onderzoeken

Dutch

Etymology 1

From Middle Dutch ondersoeken. Equivalent to onder- + zoeken. Cognate English underseek, German untersuchen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɔndərˈzukə(n)/
  • (file)
  • Rhymes: -ukən

Verb

onderzoeken

  1. to investigate
    De politie is het incident aan het onderzoeken.The police are investigating the incident.
    We moeten deze zaak verder onderzoeken.We need to investigate this case further.
    Het is zijn taak om verdachte activiteiten te onderzoeken.It's his job to investigate suspicious activities.
  2. to (do) research
    Ze is van plan om klimaatverandering te onderzoeken voor haar scriptie.She plans to do research on climate change for her thesis.
    Het team zal de impact van nieuwe technologieën onderzoeken.The team will research the impact of new technologies.
    Ik ben momenteel de geschiedenis van dit dorp aan het onderzoeken.I am currently researching the history of this village.
Inflection
Inflection of onderzoeken (weak with past in -cht, prefixed)
infinitive onderzoeken
past singular onderzocht
past participle onderzocht
infinitive onderzoeken
gerund onderzoeken n
present tense past tense
1st person singular onderzoekonderzocht
2nd person sing. (jij) onderzoektonderzocht
2nd person sing. (u) onderzoektonderzocht
2nd person sing. (gij) onderzoektonderzocht
3rd person singular onderzoektonderzocht
plural onderzoekenonderzochten
subjunctive sing.1 onderzoekeonderzochte
subjunctive plur.1 onderzoekenonderzochten
imperative sing. onderzoek
imperative plur.1 onderzoekt
participles onderzoekendonderzocht
1) Archaic.
Descendants
  • Afrikaans: ondersoek
  • Negerhollands: ondersoek
  • Aukan: ondoosuku
  • Sranan Tongo: ondrosuku

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔndərzukə(n)/

Noun

onderzoeken

  1. plural of onderzoek
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.