onderwijzen

Dutch

Etymology

From Middle Dutch onderwisen. Equivalent to onder- + wijzen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈʋɛi̯.zə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: on‧der‧wij‧zen
  • Rhymes: -ɛi̯zən

Verb

onderwijzen

  1. (transitive) to teach, to educate
    Synonym: onderrichten
    De leraar onderwees de studenten over de geschiedenis van het oude Egypte.
    The teacher taught the students about the history of ancient Egypt.
    Het is een voorrecht om jonge geesten te onderwijzen en hen te helpen groeien en leren.
    It is a privilege to educate young minds and help them grow and learn.
    De school biedt een breed scala aan vakken aan die de leerlingen onderwijzen over verschillende onderwerpen.
    The school offers a wide range of subjects that teach the students about various topics.

Inflection

Inflection of onderwijzen (strong class 1, prefixed)
infinitive onderwijzen
past singular onderwees
past participle onderwezen
infinitive onderwijzen
gerund onderwijzen n
present tense past tense
1st person singular onderwijsonderwees
2nd person sing. (jij) onderwijstonderwees
2nd person sing. (u) onderwijstonderwees
2nd person sing. (gij) onderwijstonderweest
3rd person singular onderwijstonderwees
plural onderwijzenonderwezen
subjunctive sing.1 onderwijzeonderweze
subjunctive plur.1 onderwijzenonderwezen
imperative sing. onderwijs
imperative plur.1 onderwijst
participles onderwijzendonderwezen
1) Archaic.

Descendants

  • Afrikaans: onderwys
  • Negerhollands: onderwies
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.