onderhouden

Dutch

Etymology 1

From onder- + houden.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈɦɑu̯.də(n)/
  • (file)
  • Rhymes: -ɑu̯dən

Verb

onderhouden

  1. to maintain
Inflection
Inflection of onderhouden (strong class 7, slightly irregular, prefixed)
infinitive onderhouden
past singular onderhield
past participle onderhouden
infinitive onderhouden
gerund onderhouden n
present tense past tense
1st person singular onderhou, onderhoudonderhield
2nd person sing. (jij) onderhoudtonderhield
2nd person sing. (u) onderhoudtonderhield
2nd person sing. (gij) onderhoudtonderhieldt
3rd person singular onderhoudtonderhield
plural onderhoudenonderhielden
subjunctive sing.1 onderhoudeonderhielde
subjunctive plur.1 onderhoudenonderhielden
imperative sing. onderhou, onderhoud
imperative plur.1 onderhoudt
participles onderhoudendonderhouden
1) Archaic.
Derived terms
Descendants
  • Negerhollands: onderhou

Participle

onderhouden

  1. past participle of onderhouden (to maintain)
Inflection
Inflection of onderhouden
uninflected onderhouden
inflected onderhouden
positive
predicative/adverbial onderhouden
indefinite m./f. sing. onderhouden
n. sing. onderhouden
plural onderhouden
definite onderhouden
partitive onderhoudens

Etymology 2

From onder + houden.

Pronunciation

  • (file)

Verb

onderhouden

  1. to submerge, keep under
Inflection
Inflection of onderhouden (strong class 7, slightly irregular, separable)
infinitive onderhouden
past singular hield onder
past participle ondergehouden
infinitive onderhouden
gerund onderhouden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular hou onder, houd onderhield onderonderhou, onderhoudonderhield
2nd person sing. (jij) houdt onderhield onderonderhoudtonderhield
2nd person sing. (u) houdt onderhield onderonderhoudtonderhield
2nd person sing. (gij) houdt onderhieldt onderonderhoudtonderhieldt
3rd person singular houdt onderhield onderonderhoudtonderhield
plural houden onderhielden onderonderhoudenonderhielden
subjunctive sing.1 houde onderhielde onderonderhoudeonderhielde
subjunctive plur.1 houden onderhielden onderonderhoudenonderhielden
imperative sing. hou onder, houd onder
imperative plur.1 houdt onder
participles onderhoudendondergehouden
1) Archaic.

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.