onderdoen

Dutch

Etymology 1

From onder- + doen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈdun/
  • Hyphenation: on‧der‧doen
  • Rhymes: -un

Verb

onderdoen

  1. (transitive, dated) to subjugate
Inflection
Inflection of onderdoen (irregular, prefixed)
infinitive onderdoen
past singular onderdeed
past participle onderdaan
infinitive onderdoen
gerund onderdoen n
present tense past tense
1st person singular onderdoeonderdeed
2nd person sing. (jij) onderdoetonderdeed
2nd person sing. (u) onderdoetonderdeed
2nd person sing. (gij) onderdoetonderdeedt
3rd person singular onderdoetonderdeed
plural onderdoenonderdeden
subjunctive sing.1 onderdoeonderdede
subjunctive plur.1 onderdoenonderdeden
imperative sing. onderdoe
imperative plur.1 onderdoet
participles onderdoendonderdaan
1) Archaic.

Etymology 2

From onder + doen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔn.dərˌdun/
  • Hyphenation: on‧der‧doen

Verb

onderdoen

  1. (transitive) to place underneath
  2. (intransitive) to be inferior
Inflection
Inflection of onderdoen (irregular, separable)
infinitive onderdoen
past singular deed onder
past participle ondergedaan
infinitive onderdoen
gerund onderdoen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular doe onderdeed onderonderdoeonderdeed
2nd person sing. (jij) doet onderdeed onderonderdoetonderdeed
2nd person sing. (u) doet onderdeed onderonderdoetonderdeed
2nd person sing. (gij) doet onderdeedt onderonderdoetonderdeedt
3rd person singular doet onderdeed onderonderdoetonderdeed
plural doen onderdeden onderonderdoenonderdeden
subjunctive sing.1 doe onderdede onderonderdoeonderdede
subjunctive plur.1 doen onderdeden onderonderdoenonderdeden
imperative sing. doe onder
imperative plur.1 doet onder
participles onderdoendondergedaan
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.