onderbouwen

Dutch

Etymology

From onder- + bouwen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈbɑu̯.ə(n)/
  • (file)
  • Rhymes: -ɑu̯ən

Verb

onderbouwen

  1. (Belgium) to support, to buttress
    Synonym: ondersteunen
  2. to substantiate (a claim), to corroborate, to justify

Inflection

Inflection of onderbouwen (weak, prefixed)
infinitive onderbouwen
past singular onderbouwde
past participle onderbouwd
infinitive onderbouwen
gerund onderbouwen n
present tense past tense
1st person singular onderbouwonderbouwde
2nd person sing. (jij) onderbouwtonderbouwde
2nd person sing. (u) onderbouwtonderbouwde
2nd person sing. (gij) onderbouwtonderbouwde
3rd person singular onderbouwtonderbouwde
plural onderbouwenonderbouwden
subjunctive sing.1 onderbouweonderbouwde
subjunctive plur.1 onderbouwenonderbouwden
imperative sing. onderbouw
imperative plur.1 onderbouwt
participles onderbouwendonderbouwd
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.