lichamelijk

Dutch

Etymology

lichaam + -lijk

Pronunciation

  • (file)

Adjective

lichamelijk (comparative lichamelijker, superlative lichamelijkst)

  1. physical, bodily

Inflection

Inflection of lichamelijk
uninflected lichamelijk
inflected lichamelijke
comparative lichamelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial lichamelijklichamelijkerhet lichamelijkst
het lichamelijkste
indefinite m./f. sing. lichamelijkelichamelijkerelichamelijkste
n. sing. lichamelijklichamelijkerlichamelijkste
plural lichamelijkelichamelijkerelichamelijkste
definite lichamelijkelichamelijkerelichamelijkste
partitive lichamelijkslichamelijkers

Antonyms

Descendants

  • Negerhollands: lichaamlik
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.