bijkomstig

Dutch

Etymology

From bijkomst + -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌbɛi̯ˈkɔm.stəx/
  • (file)
  • Hyphenation: bij‧kom‧stig

Adjective

bijkomstig (comparative bijkomstiger, superlative bijkomstigst)

  1. secondary, less important, having less importance

Derived terms

Inflection of bijkomstig
uninflected bijkomstig
inflected bijkomstige
comparative bijkomstiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial bijkomstigbijkomstigerhet bijkomstigst
het bijkomstigste
indefinite m./f. sing. bijkomstigebijkomstigerebijkomstigste
n. sing. bijkomstigbijkomstigerbijkomstigste
plural bijkomstigebijkomstigerebijkomstigste
definite bijkomstigebijkomstigerebijkomstigste
partitive bijkomstigsbijkomstigers

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.