bereikbaar

Dutch

Etymology

From bereiken + -baar.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈrɛi̯k.baːr/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧reik‧baar

Adjective

bereikbaar (comparative bereikbaarder, superlative bereikbaarst)

  1. reachable
  2. achievable, attainable

Inflection

Inflection of bereikbaar
uninflected bereikbaar
inflected bereikbare
comparative bereikbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bereikbaarbereikbaarderhet bereikbaarst
het bereikbaarste
indefinite m./f. sing. bereikbarebereikbaarderebereikbaarste
n. sing. bereikbaarbereikbaarderbereikbaarste
plural bereikbarebereikbaarderebereikbaarste
definite bereikbarebereikbaarderebereikbaarste
partitive bereikbaarsbereikbaarders

Antonyms

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.