beklagenswaardig

Dutch

Etymology

From the gerund of beklagen (to lament) + -s- + waardig (worthy).

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˌklaː.ɣənsˈʋaːr.dəx/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧kla‧gens‧waar‧dig
  • Rhymes: -aːrdəx

Adjective

beklagenswaardig (comparative beklagenswaardiger, superlative beklagenswaardigst)

  1. lamentable, pitiful

Inflection

Inflection of beklagenswaardig
uninflected beklagenswaardig
inflected beklagenswaardige
comparative beklagenswaardiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial beklagenswaardigbeklagenswaardigerhet beklagenswaardigst
het beklagenswaardigste
indefinite m./f. sing. beklagenswaardigebeklagenswaardigerebeklagenswaardigste
n. sing. beklagenswaardigbeklagenswaardigerbeklagenswaardigste
plural beklagenswaardigebeklagenswaardigerebeklagenswaardigste
definite beklagenswaardigebeklagenswaardigerebeklagenswaardigste
partitive beklagenswaardigsbeklagenswaardigers

Derived terms

  • beklagenswaardigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.