wapen
Afrikaans
Etymology
From Dutch wapen, from Middle Dutch wâpen, from Old Dutch wāpan, from Proto-West Germanic *wāpn, from Proto-Germanic *wēpną.
Derived terms
- wapenbalk
- wapenbediening
- wapenbeeld
- wapenbeskrywing
- wapenboek
- wapenbord
- wapenbroer
- wapendans
- wapendos
- wapendraer
- wapenfabriek
- wapenfabrikant
- wapenfeit
- wapenfiguur
- wapengedruis
- wapengekletter
- wapengeluk
- wapengeweld
- wapenhandel
- wapenhandelaar
- wapenhuis
- wapenindustrie
- wapening
- wapenkamer
- wapenkneg
- wapenkoepel
- wapenkoning
- wapenkrans
- wapenkreet
- wapenkunde
- wapenkundig
- wapenkundige
- wapenloop
- wapenmagasyn
- wapenmaker
- wapenmakker
- wapenmonteur
- wapenoefening
- wapenriem
- wapenroem
- wapenrok
- wapenrusting
- wapensaal
- wapenskild
- wapenskou
- wapenskouing
- wapenskouingsdag
- wapensmid
- wapenspreuk
- wapenstilstand
- wapenteken
- wapentuig
- wapenveld
- wapenvervaardiging
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈʋaː.pə(n)/
audio (file) - Hyphenation: wa‧pen
- Rhymes: -aːpən
Etymology 1
From Middle Dutch wâpen, from Old Dutch wāpan, from Proto-West Germanic *wāpn, from Proto-Germanic *wēpną.
Noun
wapen n (plural wapens or wapenen, diminutive wapentje n)
- weapon
- (heraldry) coat of arms
- Synonym: wapenschild
- A branch or division of the armed forces (e.g., army, navy, cavalry)
Derived terms
- aanvalswapen
- atoomwapen
- belegeringswapen
- biowapen
- borstwapen
- dienstwapen
- familiewapen
- geslachtswapen
- handwapen
- jachtwapen
- kernwapen
- krijgswapen
- massavernietigingswapen
- moordwapen
- ontwapenen
- oorlogswapen
- slagwapen
- stadswapen
- steekwapen
- stroomstootwapen
- verdedigingswapen
- vuurwapen
- wapenbalk
- wapenbezit
- wapenboek
- wapenbrief
- wapenbroeder
- wapendepot
- wapendier
- wapendrager
- wapenembargo
- wapenen
- wapenfabriek
- wapenfabrikant
- wapenfeit
- wapenfiguur
- wapengekletter
- wapengeld
- wapengeweld
- wapenhandel
- wapenhandelaar
- wapenhuis
- wapenindustrie
- wapenkamer
- wapenkleur
- wapenknecht
- wapenkoepel
- wapenkreet
- wapenkunde
- wapenleus
- wapenlied
- wapenmagazijn
- wapenmaker
- wapenmeester
- wapenproducent
- wapenrecht
- wapenrek
- wapenriem
- wapenrok
- wapenrusting
- wapenschild
- wapenschouw
- wapensmederij
- wapensmid
- wapensmidse
- wapensnijder
- wapenspel
- wapenspreuk
- wapenstand
- wapenstilstand
- wapenstok
- wapenstuk
- wapensysteem
- wapenteken
- wapentuig
- wapenuitrusting
- wapenveld
- wapenwedloop
- wapenzaal
- werpwapen
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
West Frisian
Etymology
(This etymology is missing or incomplete. Please add to it, or discuss it at the Etymology scriptorium. Particularly: “inherited?”)
Alternative forms
- wepen (archaic)
Further reading
- “wapen”, in Wurdboek fan de Fryske taal (in Dutch), 2011
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.