waarheidsgetrouw

Dutch

Etymology

Compound of waarheid + -s- + getrouw.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌʋaːr.ɦɛi̯ts.xəˈtrɑu̯/
  • (file)
  • Hyphenation: waar‧heids‧ge‧trouw

Adjective

waarheidsgetrouw (comparative waarheidsgetrouwer, superlative waarheidsgetrouwst)

  1. truthful, accurate, true to life
    Een waarheidsgetrouwe weergave van de gebeurtenissen.
    A truthful representation of the events.

Inflection

Inflection of waarheidsgetrouw
uninflected waarheidsgetrouw
inflected waarheidsgetrouwe
comparative waarheidsgetrouwer
positive comparative superlative
predicative/adverbial waarheidsgetrouwwaarheidsgetrouwerhet waarheidsgetrouwst
het waarheidsgetrouwste
indefinite m./f. sing. waarheidsgetrouwewaarheidsgetrouwerewaarheidsgetrouwste
n. sing. waarheidsgetrouwwaarheidsgetrouwerwaarheidsgetrouwste
plural waarheidsgetrouwewaarheidsgetrouwerewaarheidsgetrouwste
definite waarheidsgetrouwewaarheidsgetrouwerewaarheidsgetrouwste
partitive waarheidsgetrouwswaarheidsgetrouwers

Derived terms

  • waarheidsgetrouwheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.