vroeg

Afrikaans

Etymology

From Dutch vroeg.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

vroeg (attributive vroeë, comparative vroeër, superlative vroegste)

  1. early

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /vrux/
  • (file)
  • Rhymes: -ux

Etymology 1

From Middle Dutch vroech, extended form of vroe, from Old Dutch fruo, from Proto-West Germanic *frō(ī) (early).

Adjective

vroeg (comparative vroeger, superlative vroegst)

  1. early
    Antonym: laat
    De zon komt vroeg op in de zomer.
    The sun rises early in the summer.
    Zorg ervoor dat je vroeg opstaat om de trein te halen.
    Make sure you wake up early to catch the train.
    In de vroegere tijden was het leven veel moeilijker.
    In earlier times, life was much harder.
    Hij was altijd de vroegste op kantoor.
    He was always the earliest one in the office.
    Ze stond vroegst op van alle deelnemers aan de wedstrijd.
    She got up earliest among all the participants in the competition.
Inflection
Inflection of vroeg
uninflected vroeg
inflected vroege
comparative vroeger
positive comparative superlative
predicative/adverbial vroegvroegerhet vroegst
het vroegste
indefinite m./f. sing. vroegevroegerevroegste
n. sing. vroegvroegervroegste
plural vroegevroegerevroegste
definite vroegevroegerevroegste
partitive vroegsvroegers
Derived terms
Descendants
  • Afrikaans: vroeg
  • Berbice Creole Dutch: fruku
  • Javindo: froeg
  • Negerhollands: vroe, fru, vrue
  • Sranan Tongo: fruku (see there for further descendants)

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Verb

vroeg

  1. singular past indicative of vragen

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.