vroeg
Afrikaans
Pronunciation
Audio (file)
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /vrux/
Audio (file) - Rhymes: -ux
Etymology 1
From Middle Dutch vroech, extended form of vroe, from Old Dutch fruo, from Proto-West Germanic *frō(ī) (“early”).
Adjective
vroeg (comparative vroeger, superlative vroegst)
- early
- Antonym: laat
- De zon komt vroeg op in de zomer.
- The sun rises early in the summer.
- Zorg ervoor dat je vroeg opstaat om de trein te halen.
- Make sure you wake up early to catch the train.
- In de vroegere tijden was het leven veel moeilijker.
- In earlier times, life was much harder.
- Hij was altijd de vroegste op kantoor.
- He was always the earliest one in the office.
- Ze stond vroegst op van alle deelnemers aan de wedstrijd.
- She got up earliest among all the participants in the competition.
Inflection
Inflection of vroeg | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | vroeg | |||
inflected | vroege | |||
comparative | vroeger | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | vroeg | vroeger | het vroegst het vroegste | |
indefinite | m./f. sing. | vroege | vroegere | vroegste |
n. sing. | vroeg | vroeger | vroegste | |
plural | vroege | vroegere | vroegste | |
definite | vroege | vroegere | vroegste | |
partitive | vroegs | vroegers | — |
Derived terms
Descendants
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Anagrams
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.