verraderlijk

Dutch

Etymology

From verrader (traitor) + -lijk.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

verraderlijk (comparative verraderlijker, superlative verraderlijkst)

  1. treacherous

Inflection

Inflection of verraderlijk
uninflected verraderlijk
inflected verraderlijke
comparative verraderlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial verraderlijkverraderlijkerhet verraderlijkst
het verraderlijkste
indefinite m./f. sing. verraderlijkeverraderlijkereverraderlijkste
n. sing. verraderlijkverraderlijkerverraderlijkste
plural verraderlijkeverraderlijkereverraderlijkste
definite verraderlijkeverraderlijkereverraderlijkste
partitive verraderlijksverraderlijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.