verenigbaar

Dutch

Etymology

verenigen + -baar

Pronunciation

  • (file)

Adjective

verenigbaar (comparative verenigbaarder, superlative verenigbaarst)

  1. compatible

Inflection

Inflection of verenigbaar
uninflected verenigbaar
inflected verenigbare
comparative verenigbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial verenigbaarverenigbaarderhet verenigbaarst
het verenigbaarste
indefinite m./f. sing. verenigbareverenigbaardereverenigbaarste
n. sing. verenigbaarverenigbaarderverenigbaarste
plural verenigbareverenigbaardereverenigbaarste
definite verenigbareverenigbaardereverenigbaarste
partitive verenigbaarsverenigbaarders

Antonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.