tijdperk

Dutch

Etymology

From tijd + perk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈtɛi̯t.pɛrk/
  • (file)
  • Hyphenation: tijd‧perk

Noun

tijdperk n (plural tijdperken, diminutive tijdperkje n)

  1. age, era
    We leven in het digitale tijdperk.We live in the digital era.
    Het victoriaanse tijdperk staat bekend om zijn strikte sociale normen.The Victorian age is known for its strict social norms.
    De ontdekking van vuur markeerde een belangrijk tijdperk in de menselijke geschiedenis.The discovery of fire marked a significant era in human history.

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.