relatief

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /reːlaːˈtif/, /rəlaːˈtif/
  • (file)
  • Rhymes: -if

Adjective

relatief (comparative relatiever, superlative relatiefst)

  1. relative

Inflection

Inflection of relatief
uninflected relatief
inflected relatieve
comparative relatiever
positive comparative superlative
predicative/adverbial relatiefrelatieverhet relatiefst
het relatiefste
indefinite m./f. sing. relatieverelatievererelatiefste
n. sing. relatiefrelatieverrelatiefste
plural relatieverelatievererelatiefste
definite relatieverelatievererelatiefste
partitive relatiefsrelatievers

Adverb

relatief

  1. relatively

Synonyms

Antonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.