leesbaar

Dutch

Etymology

From lezen + -baar.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

leesbaar (comparative leesbaarder, superlative leesbaarst)

  1. readable, legible
    Dit handschrift is moeilijk te lezen, maar het gedrukte boek is veel leesbaarder
    This handwriting is difficult to read, but the printed book is much more readable.
    Deze lettergrootte is te klein, kunnen we een leesbaarder lettertype gebruiken?
    This font size is too small, can we use a more legible font?
    Het rapport is goed gestructureerd en leesbaar, zelfs voor niet-experts.
    The report is well-structured and readable, even for non-experts.

Inflection

Inflection of leesbaar
uninflected leesbaar
inflected leesbare
comparative leesbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial leesbaarleesbaarderhet leesbaarst
het leesbaarste
indefinite m./f. sing. leesbareleesbaardereleesbaarste
n. sing. leesbaarleesbaarderleesbaarste
plural leesbareleesbaardereleesbaarste
definite leesbareleesbaardereleesbaarste
partitive leesbaarsleesbaarders

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.