essentieel

Dutch

Etymology

Borrowed from French essentiel. Equivalent to essentie + -eel.

Pronunciation

  • (file)
  • IPA(key): /ɛsɛnˈsjeːl/, /ɛsənˈsjeːl/
  • Hyphenation: es‧sen‧ti‧eel
  • Rhymes: -eːl

Adjective

essentieel (comparative essentiëler, superlative essentieelst)

  1. essential

Inflection

Inflection of essentieel
uninflected essentieel
inflected essentiële
comparative essentiëler
positive comparative superlative
predicative/adverbial essentieelessentiëlerhet essentieelst
het essentieelste
indefinite m./f. sing. essentiëleessentiëlereessentieelste
n. sing. essentieelessentiëleressentieelste
plural essentiëleessentiëlereessentieelste
definite essentiëleessentiëlereessentieelste
partitive essentieelsessentiëlers

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.