dweepziek

Dutch

Etymology

From dwepen + ziek.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈdʋeːp.sik/
  • (file)
  • Hyphenation: dweep‧ziek

Adjective

dweepziek (comparative dweepzieker, superlative dweepziekst)

  1. excessively adoring
  2. zealous, fanatical

Inflection

Inflection of dweepziek
uninflected dweepziek
inflected dweepzieke
comparative dweepzieker
positive comparative superlative
predicative/adverbial dweepziekdweepziekerhet dweepziekst
het dweepziekste
indefinite m./f. sing. dweepziekedweepziekeredweepziekste
n. sing. dweepziekdweepziekerdweepziekste
plural dweepziekedweepziekeredweepziekste
definite dweepziekedweepziekeredweepziekste
partitive dweepzieksdweepziekers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.