drukbaar

Dutch

Etymology

From drukken + -baar.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈdrʏk.baːr/
  • Hyphenation: druk‧baar

Adjective

drukbaar (comparative drukbaarder, superlative drukbaarst)

  1. printable

Inflection

Inflection of drukbaar
uninflected drukbaar
inflected drukbare
comparative drukbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial drukbaardrukbaarderhet drukbaarst
het drukbaarste
indefinite m./f. sing. drukbaredrukbaarderedrukbaarste
n. sing. drukbaardrukbaarderdrukbaarste
plural drukbaredrukbaarderedrukbaarste
definite drukbaredrukbaarderedrukbaarste
partitive drukbaarsdrukbaarders
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.