betreurenswaardig

Dutch

Etymology

From the gerund of betreuren (to regret) + -s- + -waardig.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈtrøːrənsˌʋaːrdəx/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧treu‧rens‧waar‧dig
  • Rhymes: -aːrdəx

Adjective

betreurenswaardig (comparative betreurenswaardiger, superlative betreurenswaardigst)

  1. regrettable, lamentable

Inflection

Inflection of betreurenswaardig
uninflected betreurenswaardig
inflected betreurenswaardige
comparative betreurenswaardiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial betreurenswaardigbetreurenswaardigerhet betreurenswaardigst
het betreurenswaardigste
indefinite m./f. sing. betreurenswaardigebetreurenswaardigerebetreurenswaardigste
n. sing. betreurenswaardigbetreurenswaardigerbetreurenswaardigste
plural betreurenswaardigebetreurenswaardigerebetreurenswaardigste
definite betreurenswaardigebetreurenswaardigerebetreurenswaardigste
partitive betreurenswaardigsbetreurenswaardigers

Derived terms

  • betreurenswaardigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.