afkeurenswaardig

Dutch

Etymology

From the gerund of afkeuren (to disapprove of) + -s- + -waardig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɑfkøːrənsˈʋaːrdəx/
  • (file)
  • Hyphenation: af‧keu‧rens‧waar‧dig

Adjective

afkeurenswaardig (comparative afkeurenswaardiger, superlative afkeurenswaardigst)

  1. blameworthy
    Synonyms: berispelijk, laakbaar

Inflection

Inflection of afkeurenswaardig
uninflected afkeurenswaardig
inflected afkeurenswaardige
comparative afkeurenswaardiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial afkeurenswaardigafkeurenswaardigerhet afkeurenswaardigst
het afkeurenswaardigste
indefinite m./f. sing. afkeurenswaardigeafkeurenswaardigereafkeurenswaardigste
n. sing. afkeurenswaardigafkeurenswaardigerafkeurenswaardigste
plural afkeurenswaardigeafkeurenswaardigereafkeurenswaardigste
definite afkeurenswaardigeafkeurenswaardigereafkeurenswaardigste
partitive afkeurenswaardigsafkeurenswaardigers

Derived terms

  • afkeurenswaardigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.