vrijkorps

Dutch

Alternative forms

  • vrijcorps
  • vrij-corps (obsolete)

Etymology

First attested around 1783. From vrij + korps, probably a calque of German Freikorps, attested a few years earlier.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈvrɛi̯.kɔrps/
  • (file)
  • Hyphenation: vrij‧korps

Noun

vrijkorps n (plural vrijkorpsen, diminutive vrijkorpsje n)

  1. paramilitary group
    • 1783 July 31, “Zang aan het Leydsche Vrij Corps”, in Op de loffelijke memorie der stad Leyden:
      Dat uw Vrijcorps steeds blijv' in ſtand, / Tot nut van Stad en Vaderland.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1786, Elizabeth Bekker, wed. Wolff Vrijheid blijheid: Vaderlansch dichtstuk, publ. by Isaac van Cleef, page 19.
      Nu elk Vrij-corps, voor de Vrijheid, / alles --- ook het leven waagt:
      (please add an English translation of this quotation)
  2. militia
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.