vriend
Afrikaans
Etymology
From Dutch vriend, from Middle Dutch vrient, from Old Dutch friund, from Proto-Germanic *frijōndz.
Pronunciation
Audio (file)
Dutch
Alternative forms
Etymology
From Middle Dutch vrient, from Old Dutch friund, from Proto-West Germanic *friund, from Proto-Germanic *frijōndz. Related to the verb vrijen (“to make love; to be in a relationship”).
Pronunciation
- IPA(key): /vrint/
audio (file) - Hyphenation: vriend
- Rhymes: -int
Noun
vriend m (plural vrienden, diminutive vriendje n, feminine vriendin)
- (male) friend
- Luuk en Emma hadden allebei hun vrienden meegenomen naar het feest.
- Luuk and Emma had both brought their friends to the party.
- Die Merlijn, is dat een vriend van je? — Nou, eigenlijk een vriendin.
- This Merlijn person, is he a friend of yours? — Well, we're friends, but actually, Merlijn's a she.
- boyfriend (romantic partner)
- Luuk en Emma hadden allebei hun vriend meegenomen naar het feest.
- Luuk and Emma had both brought their boyfriends to the party.
- Is Merlijn je vriend? — Nee hoor, gewoon een vriend.
- Is Merlijn your boyfriend? — No, he's just a friend.
- (Suriname, always in the diminutive, colloquial, derogatory) idiot, asshole, loser
- 2021 December 17, Iwan Brave, “Minachting [Contempt]”, in De Ware Tijd, retrieved 13 March 2022:
- Hoewel hij me kende, werd ik straal genegeerd. Geduldig onderging ik zijn hoogmoedigheid. Toen ik na een uurtje nog steeds lucht bleek, stapte ik op hem af. Hij diste me als een vriendje.
- Although he knew me, he completely ignored me. Patiently I endured his conceit. When, after an hour, I still appeared to be thin air, I approached him. He dissed me as a loser.
Derived terms
- bevrienden
- boekenvriend
- boezemvriend
- dierenvriend
- hartsvriend
- ontvrienden
- penvriend
- studievriend
- vriendelijk
- vriendengroep
- vriendin
- vriendschap
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.