uitzondering
Dutch
Etymology
From uitzonderen + -ing.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈœy̯tˌsɔn.də.rɪŋ/
Audio (file) - Hyphenation: uit‧zon‧de‧ring
Noun
uitzondering f (plural uitzonderingen, diminutive uitzonderingetje n)
Derived terms
- uitzonderingspositie
Descendants
- Afrikaans: uitsondering
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.