lorgnon
English
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /lɔrˈnjɔn/
- Hyphenation: lorg‧non
- Rhymes: -ɔn
Noun
lorgnon m (plural lorgnons)
- (historical) monocle
- 1860, Mark Prager Lindo (as "de oude heer Smits"), "Uittreksels uit het dagboek van wijlen Janus Snor", in De Nederlandsche Spectator, 286.
- Zij had schitterende zwarte oogen en haar, dat zwart en gepolijst was als ebbenhout, — en hare kleine blanke handjes waren met kostbare ringen bedekt, — — en — en — ik was zóó getroffen, dat ik mijn lorgnon dadelijk uit het oog liet vallen, (...)
- She had beauteous black eyes and hair that was black and polished like ebony, — and her small pale hands were covered with precious rings, — — and — and — I was awe-struck to such a degree, that I let my monocle fall out of my eye at that same moment, (...)
- 1860, Mark Prager Lindo (as "de oude heer Smits"), "Uittreksels uit het dagboek van wijlen Janus Snor", in De Nederlandsche Spectator, 286.
French
Pronunciation
- IPA(key): /lɔʁ.ɲɔ̃/
Further reading
- “lorgnon”, in Trésor de la langue française informatisé [Digitized Treasury of the French Language], 2012.
Polish
Alternative forms
Pronunciation
- IPA(key): /lɔrˈɲjɔw̃/
- Rhymes: -ɔrɲjɔw̃
- Syllabification: lor‧gnon
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.