kruisvaarder

Dutch

Etymology

From kruis + vaarder.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈkrœy̯sˌfaːr.dər/
  • (file)
  • Hyphenation: kruis‧vaar‧der

Noun

kruisvaarder m (plural kruisvaarders, diminutive kruisvaardertje n)

  1. (history) crusader (a fighter in the mediaeval crusade]]s)
    Synonym: kruisridder
    De kruisvaarders trokken naar het Heilige Land.The crusaders journeyed to the Holy Land.
    Hij bestudeert de geschiedenis van de kruisvaarders.He studies the history of the crusaders.
    De kruisvaarders hadden een sterk geloof dat hen dreef.The crusaders had a strong faith that drove them.

Derived terms

  • kruisvaarderskoninkrijk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.