kampioenschap
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /kɑm.piˈjuns.xɑp/
Audio (file) - Hyphenation: kam‧pi‧oen‧schap
Noun
kampioenschap n (plural kampioenschappen, diminutive kampioenschapje n)
- championship (competition to determine the champion)
- Het nationale voetbalkampioenschap wordt elk jaar gehouden.
- The national football championship is held every year.
- Het zwemteam won het regionale kampioenschap met overtuiging.
- The swim team won the regional championship convincingly.
- championship (status or position as champion)
- Na het winnen van het toernooi kreeg hij het kampioenschap en de gouden medaille.
- After winning the tournament, he received the championship and the gold medal.
- Hij geniet van zijn verdiende kampioenschap en is trots op zijn prestatie.
- He is enjoying his well-deserved championship and is proud of his achievement.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.