jaargang
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈjaːr.ɣɑŋ/
Audio (file) - Hyphenation: jaar‧gang
Noun
jaargang m (plural jaargangen)
- volume (all issues of a periodical published in one year)
- Ik heb de volledige jaargang 2020 van dat tijdschrift. ― I have the complete volume of that magazine for 2020.
- Deze bibliotheek heeft jaargangen van kranten die teruggaan tot de 18e eeuw. ― This library has volumes of newspapers going back to the 18th century.
- Ze leest altijd de laatste jaargang van haar favoriete tijdschrift. ― She always reads the latest volume of her favorite magazine.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.