hoefijzerneus
Dutch
FWOTD – 13 January 2021
Alternative forms
- hoefyzerneus (obsolete)
Etymology
Bahuvrihi compound of hoefijzer (“horseshoe”) + neus (“nose”), calque of German Hufeisennase.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɦuf.ɛi̯.zərˌnøːs/
Audio (file) - Hyphenation: hoef‧ij‧zer‧neus
Noun
hoefijzerneus m or f (plural hoefijzerneuzen)
- horseshoe bat, bat of the family Rhinolophidae [from late 18th c.]
- Synonym: hoefijzerneusvleermuis
- 1896 December 14, “Merkwaardigheden uit een vleermuisleven”, in Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, No. 288, part 2, page 1:
- Rondom Maastricht leven twee soorten vleermuizen, de groote en de kleine hoefijzerneus (zóó genoemd naar de hoefijzervormige tastvliezen op den neus), die andere dieren wel eens wat bloed afzuigen.
- Two species of bats live around Maastricht, the greater and the lesser horseshoe bat (thus named after the horseshoe-shaped tactile leaves on the nose), that sometimes suck some blood from other animals.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.