goedkeuring

Afrikaans

Etymology

From Dutch goedkeuring. Equivalent to goedkeur + -ing.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈχutˌkɪø.rɪŋ/

Noun

goedkeuring (plural goedkeurings or goedkeuringe (dated))

  1. approval

Dutch

Etymology

From goedkeuren + -ing.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɣutˌkøː.rɪŋ/
  • (file)
  • Hyphenation: goed‧keu‧ring

Noun

goedkeuring f (plural goedkeuringen, diminutive goedkeurinkje n)

  1. approval
    Antonym: afkeuring

Descendants

  • Afrikaans: goedkeuring
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.