enkelband
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɛŋ.kəlˌbɑnt/
Audio (file) - Hyphenation: en‧kel‧band
Noun
enkelband m (plural enkelbanden, diminutive enkelbandje n)
- anklet
- Ze droeg een mooie gouden enkelband tijdens het strandfeest.
- She wore a beautiful golden anklet during the beach party.
- Het meisje was blij met het zilveren enkelbandje dat ze als cadeau kreeg.
- The girl was happy with the silver anklet she received as a gift.
- ankle monitor (electronic tracking device fixed around the ankle)
- De politie besloot om de verdachte vrij te laten onder voorwaarde van het dragen van een enkelband.
- The police decided to release the suspect under the condition of wearing an ankle monitor.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.