bondgenootschap

Dutch

Etymology

From bondgenoot + -schap.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈbɔnt.xəˌnoːt.sxɑp/
  • (file)
  • Hyphenation: bond‧ge‧noot‧schap

Noun

bondgenootschap n (plural bondgenootschappen, diminutive bondgenootschapje n)

  1. alliance
    Tijdens de oorlog vormden de twee landen een sterk bondgenootschap
    During the war, the two countries formed a strong alliance.
    Het bondgenootschap tussen de twee bedrijven zal hun concurrentiepositie versterken.
    The alliance between the two companies will strengthen their competitive position.
    Het politieke bondgenootschap werd gesloten om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
    The political alliance was formed to achieve a common goal.

Synonyms

Derived terms

  • bondgenootschappelijk

Descendants

  • Afrikaans: bondgenootskap
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.